Tijdens deze été indien een mix van verschillende boeken op de stapel. Met Rebekka de Wit 'We komen nog één wonder te kort' trich ik eigenlijk een beetje want ik heb het boek al gelezen en het was zalig. Rebekka is één van de dames die de vlag van het toneelgezelschap de Nwe Tijd overnam samen met Freek Vielen en Suzanne Grotenhuis. Samen maken ze geweldige dingen (Niets, On Ie, Heimat, ...) die je meestal ook terugvindt in mijn culturele aanbevelingen. Dit boek is grappig, lichtvoetig, zelfrelativerend en hartverscheurend tegelijkertijd. Een mooie parel die je zo uit hebt en die je kan vinden in de beste boekenwinkel van Antwerpen: Cronopio
De Oostenrijkse Jeugdliteratuurschrijfster Christine Nöstlinger overleed in juni van dit jaar. Zij is een van de weinige auteurs die zowel de Astrid Lindgres Memorial Award en de Hans Christian Andersen Medal op haar boekenkast heeft staan. Nöstlinger is van opleiding grafisch kunstenaar, maar na een tijdje ging ze meer schrijven dan tekenen. Haar boeken zijn anti-autoritair: kinderen mogen er lekker veel en kunnen flink wild doen en er op los fantaseren. Wanneer ik in de tweedehandswinkels boeken van Nöstlinger tegenkom, neem ik die graag mee. Het zijn stuk voor stuk kleine pareltjes die niet meer uitgegeven worden. Haar betreurd overlijden is een goede aanleiding om de verhalen aan mijn kinderen voor te lezen.
Twee boeken over Spanje. Vaderland wordt me met klem aangeraden door mijn man, over de terreur in Baskenland en de invloed daarvan op het leven van een familie. Almudena Grandes schrijft over het Spanje ten tijd van Franco. Van haar las ik eerder 'Tussenstations', waarin een aantal kortverhalen verzameld zijn die allemaal over de coming-of-age van jongeren gaat. Grandes schrijft groots door middel van het kleine. Vooral het verhaal over de familie kostuummakers liet me flabbergasted achter.
Op 14 september opent in Kruibeke een tentoonstelling over de 20 jaar geleden overleden Gregie De Maeyer: "Gregie Fietst", je kan tijdens een familiefietstocht het werk van De Maeyer herontdekken en er worden een aantal van zijn boeken heruitgegeven. Ik kocht er een aantal jaar geleden twee die hij samen met Henri Van Daele schreef, nog zo'n grote meneer van de Vlaamse jeugdliteratuur. Wie graag over de Vlaamse klei en het dorpse familieleven, maar dan op weergaloze wijze, neemt best Van Daele's boeken ter hand. De illustraties van De Maeyer zijn herkenbaar uit duizenden.
Martha Heesen schreef een boek voor volwassenen. Een aantal jaren geleden kreeg ze de Theo Thyssenprijs voor haar volledig oeuvre aan jeugdliteratuur. Ik las Bajaar en Biezel en ben echt fan van haar personages. Het zijn teruggetrokken meisjes met een sterke eigen visie op het leven die Heesen maar heel voorzichtig, net zoals de meisjes zelf zijn, ontsluierd. Het gaat traag maar dat is hier helemaal niet pejoratief bedoelt. Het gaat zoals het leven gaat: er gebeuren op één dag geen wereldschokkende dingen maar in de kleinheid opent zich wel een wereld. Ik ben heel benieuwd hoe ze dat voor volwassenen heeft aangepakt, het is het eerste boek dat nu op mijn stapeltje ligt.
Deze eerste van vier kleppers van Elisabeth Jane Howard heb ik net uit. Fijn, Fijn, Fijn. Als ik nu eens zo'n roman kon schrijven. Het wel en wee van de ganse familie trekt voorbij. Ware karakterschetsen zoals ik ze graag lees. In het tweede deel van de Cazalet saga die ik nu moet beginnen, begint ook de tweede wereldoorlog. Ik duim dat er niemand moet meevechten...
Tenslotte ook poëzie op de nachttafel. Xavier Roelens kreeg voor deze bundel 5 sterren in de Standaard. Hij schrijft over de kindertijd van 100 verschillende mensen die hij interviewde en mengt de grote geschiedenis subtiel in het kleine kinderleven. Een cultuurgeschiedenis van een ganse eeuw verstopt in gedichten? Ben heel benieuwd. Xavier is coördinator van de Schrijversacademie die ik nu start.